Als ik nu naar buiten kijk, dan zie ik een blauwe hemel met een mooie zon, die de (voorlopig nog) groene blaadjes aan mijn boom extra doet oplichten (‘ooh’ enzo). Met andere woorden: herfst as it should be. Helaas is het maar een kwestie van tijd vooraleer de oktoberherfst omslaat in de novemberherfst, en de wind mijn haar uit model waait (denk: haarpunten die opnieuw naar buiten wippen alsof het niets is, terwijl ik 25 minuten daarvoor – zo snel kan ik ’s ochtends zijn – HEEL VEEL MOEITE DEED OM ZE NAAR BINNEN TE KRIJGEN). Godverdomme hé, herfst. Maar naast vies ellendig mottig haar waardoor ik een Eleven-coupe ga overwegen (als je het niet snapt, kunnen we geen vrienden zijn), brengt de start van de herfst ook kleerkastdrama’s met zich mee.
2 Comments
Ik schreef al eens over piemels, en dan zou je kunnen verwachten dat er ooit wel eens een column zal aankomen over vagina’s. Maar over de vagina op zich heb ik niet veel te vertellen. Het is wat het is en het doet wat het doet. En ja, vagina’s zijn gevoelig en lopen al eens een infectie op, maar de echte boosdoener? Dat is die vervelende baarmoeder. Als je erover nadenkt, dan is de baarmoeder het meest dominante onderdeel van een vrouwenlichaam. Was de baarmoeder een vrouw, dan was het een bitch. Haar levensdoel? Torture us all.
Vroeger ging ik op 5 december altijd slapen met kriebeltjes in mijn buik, want de volgende ochtend zou de lieve Sint speelgoed en lekkers hebben gebracht. Ik ging die avond ook altijd extra vroeg in bed, want dan zou het sneller ochtend zijn, aldus mama en papa. Later besefte ik dat ik eigenlijk vroeger moest gaan slapen zodat ze die avond nog tijd genoeg zouden hebben om mijn Barbiehuis in elkaar te steken, maar dat terzijde. Met andere woorden: 6 december is een speciale dag. En asjemenou zeg, vandaag is óók een speciale dag (zie mij mijn column inleiden)! Wat er zo speciaal is aan vandaag? Ik wuif mijn collega’s uit. Het is namelijk mijn allerlaatste werkdag. Ik ben niet langer redacteur, maar wel content marketeer, of toch vanaf volgende week. Inderdaad, ik vond een nieuwe job – steek je armen in de lucht en roep heel luid ‘hoera’ met me mee! Ik kijk er gigantisch hard naar uit, maar ga toch ook een aantal dingen missen.
Zondagochtend ga ik meestal baantjes trekken in het zwembad. Zo ook vorige zondag. Ik nam een bikini uit mijn bikinidoos (ja, ik heb een bikinidoos, een grote) en vertrok richting zwembad. Ik was nog maar goed en wel begonnen, of ik merkte iets vreemds. Het is een beetje gênant, maar ik ga het gewoon zeggen: ik had een soort van camel toe, maar dan met een laag stof minder (*giechelt ongemakkelijk*).
|