Ik heb me voor het eerst echt verveeld. En dat staat me niet aan. Er is nog wel meer dat me niet aanstaat: 160 mensen die solliciteren voor een job waarin ik zou uitblinken, de openingszin “Heb je al werk?” en mails over een opleiding tot poetshulp. Seriously? Mijn bijbehorend onweersgezicht is kenmerkend voor stadium 7 in mijn werkloze bestaan. Jawel, er zijn stadia. Ik geef je graag een overzichtje.
3 Comments
De vraag of ik al werk heb, komt de laatste tijd in elk gesprek wel aan bod. Als ik dan antwoord dat ik nog steeds ijverig aan het zoeken ben, krijg ik daar uiteenlopende reacties op. Zelden de juiste reacties, of wat had je gedacht. Doorgaans kan ik me daar wel over zetten, maar na een paar dagen aangebrand rondlopen (een nieuwe fase in mijn werkloze bestaan, I guess), leveren bepaalde reacties heel wat ergernissen op. Zeker als de lichaamstaal van mijn gesprekspartners meer prijsgeeft dan wat ze eigenlijk zeggen.
Stoppen met enthousiast zijn, dat ga ik doen. Of toch proberen. Waarom? Ik wil dat teleurstellingen minder hard aankomen. Ik wil kunnen zeggen: spijtig, andere keer beter. Ja, zo vlot moet ik me daarover kunnen zetten, in plaats van drie dagen te jammeren. Laat me even schetsen waar die beslissing zo plots vandaan komt.
Af en toe duikt ze op, die vervelende “wat als…?” gedachte. Ik vraag me af hoe mijn leven er vandaag zou uitzien als ik bijvoorbeeld een andere studiekeuze had gemaakt. Zou ik dan wel werk hebben? Zou ik dat werk graag doen? Zou ik er eigenlijk wel een beetje goed in zijn? Allemaal vragen waarop ik geen sluitend antwoord kan bedenken, maar die soms toch door mijn hoofd spoken.
|